Skip to main content.

Interview met kunstenaar Brantt

Brantt is een kunstenaar die sinds het prille begin van Bernice in de collectie zit. Hij volgde een vooropleiding Architecturale Vormgeving aan de Kunsthumaniora Sint-Lucas en studeerde nadien af aan LUCA Gent als Meester in de Grafische Vormgeving en Meester in de Schilderkunst.  Zijn doeken dragen de invloeden van zowel zijn Grafische als Architecturale opleiding. Hij is een voorbeeld van een kunstenaar die niet graag vast zit in één bepaalde richting. Hij verbreedt graag zijn horizon en heeft geen schrik om uit zijn comfortzone te treden.

Wanneer en waarom ben je kunst beginnen creëren?

Tijdens mijn opleiding Grafische Vormgeving  maakte ik reeds een zijsprong naar Schilderkunst in een keuzeatelier en daar voelde ik altijd een zekere vorm van vrijheid die me veel voldoening gaf. Na deze opleiding heb ik tijdelijk in de grafische sector gewerkt maar na een jaar, in 2001, was ik terug student en ben ik de opleiding Schilderkunst gestart. Nadien was het vooral switchen tussen diverse reclamebureau’s en mijn atelier, maar inmiddels ben ik al geruime tijd voltijds zelfstandig kunstenaar.

Wat voor kunstenaar ben je?

Ik ben voornamelijk bezig met Schilderkunst, al heb ik dus een verleden in de architectuurwereld. Het volgt elkaar allemaal wel op. Vanuit die Architecturale Vorming zie je veel invloeden terug komen in mijn schilderijen. De schilderijen heb ik ook wel eens omgezet naar meer ruimtelijk werk, dit resulteerde in een reeks sculpturen. Maar als je de sculpturen naast mijn schilderijen ziet, is er een duidelijk verschil. Mijn vooropleiding Architectuur is altijd een belangrijke factor geweest, al is er een grafische invloed aanwezig in het kleurgebruik en in de compositie van mijn werk. Eigenlijk heb ik van alle kunstrichtingen wat genoten. Ik wil niet in een bepaald hoekje geduwd worden, vandaar dat ik zoveel verschillende stijlen heb. Ik werk altijd volgens thema en om de 2 à 3 jaar kan dat veranderen. Ofwel is het kleurrijk en landschappelijk, soms zijn het puur gebouwen. Momenteel werk ik aan een reeks wegen en bruggen en is mijn kleurgebruik veel soberder. Vroeger gebruikte ik dikke materie, nu is dat zachtere materie.

Waar haal jij je inspiratie uit en wie is je favoriete kunstenaar?

Mijn inspiratie haal ik voornamelijk uit mijn omgeving. Een bepaalde tentoonstellingslocatie kan vb. inspirerend werken, ook door eens te werken met andere materialen, dragers, … Door het aandurven van een andere aanpak creëert dit veel nieuwe invalswagen. Veel van die zaken beïnvloeden dus heel vaak mijn werk.
Eén specifieke kunstenaar die mij inspireert heb ik niet echt, maar als student had ik voeling met sommige werken van de Franse kunstenaar Nicolas De Staël, maar ook het werk van Gordan Matta-Clark kan me even goed boeien.

Hoe motiveer je jezelf om te beginnen bij een blanco doek?

Er zijn periodes waarin ik werk rond een thema. Dan kom ik ’s morgens mijn atelier binnen en ga er meteen voor. Ik werk dan al snel 3 tot 5 maand rond hetzelfde thema. Soms herstart ik met een nieuw thema of bouw ik het vorige nog verder uit. Nu zit ik opnieuw in een fase waar mijn stijl hoogstwaarschijnlijk gaat veranderen. Dit ligt aan het feit dat mijn atelier moet verhuizen. Een nieuwe locatie is een nieuwe omgeving, dus een nieuw perspectief.

Wat is voor jou het belangrijkst? Concept – proces of eindresultaat?

Het proces vind ik zeker belangrijk, maar het eindresultaat is natuurlijk ook van belang. Mijn schilderijen zijn misschien minder conceptueel, maar ze maken wél deel uit van een verhaal. Ik ben nu vb. bezig met verkeerswisselaars, maar inhoudelijk vertelt dit veel meer dan wat je te zien krijgt. Het nemen van beslissingen in je leven, routes die je volgt, ervaringen, … zijn allen zaken die beslissend zijn en de afslag/richting je leven verder bepalen. Een mens is voortdurend onderweg.

Hoe komt een kunstwerk tot stand en wanneer weet je dat je klaar bent?

Ik start eerst met het tapen van de globale lijnen op het doek, die ik vervolgens uitsnij met een cuttermes. Uitsparingen van die tape zijn de vlakken die ingevuld worden met olieverfpasta en zo gaat dit proces door naar een volgende sessie. Ik heb eigenlijk geen potlood nodig om te schetsen en geen borstel om te schilderen.
Het gebeurt dat ik een kunstwerk na jaren herwerk. Het is pas af wanneer ik er helemaal tevreden mee ben. Sommige doeken zijn na een week klaar, sommige werken pas na 3-4 jaar. Soms vind je na een periode dat er nog iets ontbreekt. Het kan ook zijn dat ik vb. een doek toch te donker vind en dan zet ik er bijvoorbeeld een nieuwe, frisse kleur op.

Merk je dat bepaalde type verzamelaars geïnteresseerd zijn in jouw werk?

Er is vaak een link met interieurarchitecten en architecten. Mensen die interesse hebben in strakke gebouwen of architectuur kiezen mijn werken. Zij verkiezen dan vooral mijn architecturaal werk of sculpturen. Ik heb ook landschappelijk werk en dat is voor iedereen toegankelijk.

Kom je rond van alleen je kunst?

Ik heb een drietal bronnen van inkomsten. Enerzijds is dat verkoop van de kunstwerken. De ene periode verkoop je veel, de andere periode is dat minder. Anderzijds is er de verhuur van mijn werken. De inkomsten hieruit schommelen ook, maar niet zo bruusk zoals bij verkoop. De eerste jaren verhuurde ik niet zoveel als nu, maar ik ben ondertussen ook meer dan 15 jaar bezig en is mijn oeuvre gegroeid. De verhuur van mijn doeken is geleidelijk aan opgebouwd en geeft me nu meer houvast. Ook worden klanten gehecht aan een werk, waaruit vaak een verkoop vloeit. Daarnaast heb ik ook inkomsten uit freelance werk als art handler.

Hoe ben je voor het eerst in contact gekomen met een kunstuitleen?

Toen ik in 2002 student was in LUCA Gent en nog in mijn eerste meesterjaar zat, kwamen twee afgevaardigden van een kunstverhuurbedrijf kijken naar het werk van een collega kunstenaar die er afstudeerde. Ze moesten voorbij mijn werk om hem te bereiken. Ik was toen niet aanwezig, maar via de toenmalige docent hebben ze mij gecontacteerd. Het is aanvankelijk begonnen met een 5-tal werken in uitleen, maar dat is ondertussen gegroeid naar 50 tot zelf 100 werken.

Was het voor jou vanzelfsprekend om in kunstverhuur te stappen?

Omdat ik een jonge twintiger was en het helemaal niet kende dacht ik: we proberen het en we zien wel.

Het is een belangrijk onderdeel geworden voor de circulatie van mijn kunstwerken. Wanneer een tentoonstelling voorbij is en je beschikt nog over werken die niet verkocht zijn, is het beter dat ze rouleren en dat er bedrijven of andere mensen van kunnen genieten. Ik heb niet graag dat kunstwerken blijven staan in mijn atelier, niet gezien worden en me tegelijkertijd opzadelen met een stockage-probleem. Daarom is het een win-win situatie.

Wat doe je met de vergoeding bij verhuur?

De vergoeding gebruik ik enkel en alleen voor mijn werking als kunstenaar. Het biedt me de mogelijkheid om te blijven investeren. Dat kan gaan van aankoop van kwalitatief doek, olieverf, gereedschap, … tot de huur van mijn atelier.

Wat wil je graag nog bereiken in de kunstwereld?

Eerst en vooral ben ik al blij dat ik mijn ding kan doen, maar naast mijn kunstenaarschap, zou ik graag diverse groepstentoonstellingen opstarten. In het verleden heb ik met collega kunstenaar Free Pectoor al enkele tentoonstellingsprojecten gecureerd, waar ik telkens bijzonder veel voldoening uithaalde. Graag zie ik me in de toekomst samen te werken met andere kunstenaars en diverse initiatieven ondernemen, die allen ten goede komen van zowel kunstenaars als toeschouwers.

Wat zijn voor jou de belangrijkste eigenschappen voor een kunstenaar?

Innoverend, kritisch ingesteld zijn en vooral veel doorzettingsvermogen. Als je er écht voor wilt gaan, moeten er veel zaken wijken. Ik heb mijn job in de grafische wereld – en mijn financiële zekerheid –  opgegeven. Het gaf me nog weinig voldoening. Ik zie me moeilijk weer een grafische job doen en ik heb er ook nooit meer de behoefte aan gehad. Ontwerpen doe ik graag, maar niet in functie van een bedrijf. Wellicht heb ik vroeger de fout gemaakt om niet zelfstandig te starten als vormgever, maar op zich heb ik zeker geen spijt van m’n intussen afgelegde parcours.

Heb jij een tip voor een beginnende kunstenaar?

Zoek onmiddellijk een atelier als je afgestudeerd bent. Je bent verloren als je geen atelier hebt. Het gevaar bestaat erin uit een zekere flow te geraken. Ook is het praktisch om een atelier buitenshuis te hebben, je eigen stek waar niemand last heeft van verfgeuren, je werkmethodes, … Thuis, in je privé omgeving heb je ook geen objectief klankbord. In mijn huidig atelier zitten we met 13 kunstenaars samen, dus er is altijd wel iemand waar ik om feedback kan vragen. Je weet meteen of je goed bezig bent of niet.

Ook durf uit je cocoon te komen, toon je werk aan de buitenwereld, maar beter één goede tentoonstelling dan 10 matige.